In de besloten Facebookgroep Stoma-40+ werd een tijdje geleden een vraag gesteld over het gebruik van medicijnen als je een ileostoma hebt. Hoe zit dat precies? Wordt alle medicatie wel opgenomen, of moet je eigenlijk meer innemen? Niemand die wist hoe het zat. Reden voor Ellen Timmermans om hier eens in te duiken.

In de literatuur is weinig te vinden over de effecten van geneesmiddelengebruik bij een stoma. Via mijn apotheker stuitte ik op een artikel in het Farmaceutisch Weekblad uit juli2017, dat specifiek over medicatiegebruik en de stomadrager gaat. Maar dit verhaal was erg theoretisch. Via mijn stomaverpleegkundige ontving ik de richtlijn Stomazorg Nederland. In dit 215 (!) pagina’s tellende boekwerk is weinig aandacht voor het thema. Er staat alleen ‘dat ileostomadragers door de stomaverpleegkundigen geïnformeerd worden over welke medicatie zij kunnen absorberen en aangemoedigd worden het juiste medicatievoorschrift met de voorschrijver te bespreken. De reden hiervoor is dat veel voorschrijvers zich onvoldoende bewust zijn van de gevolgen van een ileostoma met betrekking tot medicatieabsorptie. Bijvoorbeeld medicatie in capsules kan onopgelost uitgescheiden worden in het stomazakje.’

Apothekersassistenten

Mijn conclusie is dat het hoog tijd wordt voor een onderzoek naar de opname van medicijnen doormensen met een stoma. Mogelijk volgen hieruit aanbevelingen die de stomazorg ten goede komen. Misschien een mooie opdracht voor een stomaverpleegkundige in opleiding? Bij het verstrekken van de juiste informatie speelt ook mee dat bij de apotheek niet altijd bekend is dat je een stoma hebt. Als apothekersassistenten hiervan op de hoogte zijn, kunnen ze met hun farmaceutische kennis gerichter adviesgeven over mogelijke bijwerkingen. Helaas blijken zelfs apothekers lang niet altijd over de benodigde kennis te beschikken. Sterker: in het cliëntensysteem van mijn apotheker blijkt het niet mogelijk om in te voeren dat ik een stomadrager ben.

Ileostoma en colostoma

In het algemeen geldt dat verwijdering van een stuk dunne of dikke darm niet alleen de opname van voedingsstoffen beïnvloedt, maar ook de opname van geneesmiddelen. In de praktijk blijkt dat een ileostoma vaker problemen geeft dan een colostoma. Dit omdat de dikke darm een kleinere rol speelt in de opname van medicatie in de bloedbaan. Daarnaast geldt ook nog dat hoe korter de dunne darm is, hoe minder de medicatie kan worden opgenomen, waardoor het gewenste effect al helemaal niet wordt gehaald. Heel begrijpelijk dus dat stomadragers soms ongerust zijn over de werking van hun medicijnen.

Zelf alert zijn

Zolang er geen gedegen onderzoek is gedaan naar de effecten van medicatieresorptie bij een stoma, moeten we als stomadragers altijd zelf alert zijn. Overleg daarom met je arts of er rekening moet worden gehouden met de toedieningsvorm vanwege je stoma. Doe dit altijd wanneer je nieuwe medicijnen krijgt voorgeschreven. Daarnaast is het goed te bedenken dat na de operatie de toedieningsvorm niet automatisch wordt aangepast als je medicijnen gebruikt. Dit is niet opgenomen in een protocol. Weliswaar is er tegenwoordig in sommige ziekenhuizen in het preoperatieve traject een gesprek met een apothekersassistent, maar het waarom van dit gesprek wordt vaak nog onvoldoende duidelijk gemaakt.

Toedieningsvormen

Welke toedieningsvormen zijn beter voor stomadragers? Denk dan aan tabletten zonder een maagsapresistent laagje, gelcapsules en drankjes, of tabletten die onder de tong worden ingenomen. Medicatie met een vertraagde afgifte, zoals Retard of Slow Release (SR), werkt daarnaast minder goed. Als je medicatie niet kan worden aangepast, wees dan alert op de mogelijke aanwezigheid van restanten van tabletten of capsules in de ontlasting. Meld dit bij je apotheker of huisarts, vooral als je lichamelijke klachten hebt of blijft houden. Tot slot: vrouwen die voorbehoedsmiddelen innemen, zoals de pil, moeten altijd contact opnemen met de huisarts. Vaak wordt, in overleg, overgestapt op de prikpil.

  • Deel dit bericht via