Re-integratie na de aanleg van een stoma is soms best ingewikkeld. Een op de vijf stomadragers verandert van baan of stopt zelfs helemaal. Bedrijfsarts Ankie van den Oord deed onderzoek. ‘De steun van collega’s en leidinggevenden is heel belangrijk als je weer aan het werk gaat na een stoma.’

Wat maken mensen mee als ze na de aanleg van een stoma weer aan het werk gaan? En welke rol spelen bedrijfsartsen daarbij? Dat waren vragen die bedrijfsarts Ankie van den Oord zichzelf stelde bij de start van een onderzoek naar re-integratie na de aanleg van een stoma. ‘Op veel van deze vragen was nog geen duidelijk antwoord, viel me op. Terwijl het toch van groot belang is.

Ik heb zelf jarenlang een stoma gehad, dus ik weet hoe dat werkt.’ Weer aan het werk gaan is van groot belang voor het welbevinden van mensen die een stoma hebben gekregen. ‘Eerder onderzoek maakte dat duidelijk, en het is ook begrijpelijk. Werk is belangrijk, vanwege het gevoel zinvol bezig te zijn, maar ook vanwege de sociale contacten en de structuur van je dag. Dat geldt trouwens niet alleen voor betaald werk maar ook voor vrijwilligerswerk. Als het maar substantieel is en voor je gevoel iets toevoegt.’

Aanpassing werktaken

Uit het onderzoek van Ankie van den Oord blijkt echter dat een op de vijf mensen er toch niet in slaagt hun werk vast te houden. Ze gaan iets anders doen of stoppen helemaal met werken. Het gaat hierbij vaker om vrouwen dan om mannen. ‘Het is zinvol om tijdig na te gaan waar de schoen wringt,’ aldus Ankie.

‘Dan kun je kijken of het op te lossen is, bijvoorbeeld door aanpassingen in werktaken of praktische zaken. Is dit echt niet mogelijk, dan kun je samen op zoek naar beter passend werk. Met als doel om na te gaan wat er allemaal nog wél kan, en dat draagt dan weer bij aan de kwaliteit van leven.’

Betere toiletfaciliteiten

Problemen op het werk zijn heel verschillend van aard. ‘Dat je zware dingen moet tillen bijvoorbeeld. Of dat je niet altijd snel naar een toilet kunt, bijvoorbeeld als je buschauffeur bent. Maar vaak ook is het energieniveau onvoldoende, bijvoorbeeld door een chronische ziekte, medicijngebruik, een zware behandeling of de late gevolgen van een ziekte.’ Een werkgever kan iets bijdragen, bijvoorbeeld het regelen van betere toiletfaciliteiten en douches en omkleedruimtes, maar ook begrip tonen en tijd bieden om te re-integreren. ‘Bedenk dan wel dat werkgevers vaak van goede wil zijn, maar mat grootschalige en structurele aanpassingen op de werkvloer niet altijd haalbaar zijn.’

Begeleiding, bijvoorbeeld naar passend ander werk, maar ook in het omgaan met de stoma, is van groot belang. Daarin hebben bedrijfsartsen een taak. Zij doen hun werk gelukkig vaak goed, bleek uit mijn onderzoek. De meeste mensen zijn tevreden over hun bedrijfsarts, een enkele uitzondering daargelaten. Maar wat mij opviel: de steun die wordt ervaren van collega’s en leidinggevenden, is nog belangrijker. Daar kwamen echt heel veel positieve verhalen over los.’

Voor iedereen anders

Lastig is het feit dat niet alles in cijfers en getallen is uit te drukken. Uiteraard geldt dat voor complexe begrippen als energieverlies en vermoeidheid, maar het is bijvoorbeeld ook niet goed mogelijk om precies te bepalen hoeveel je na de aanleg van een stoma mag tillen. ‘Dat is voor iedereen anders en heeft ook te maken met je conditie en hoe je het tillen ervaart. In overleg met de fysiotherapeut kun je wel een indicatie geven, maar uiteindelijk is er geen strakke norm.’

Een punt van aandacht is ook dat de meeste bedrijfsartsen maar zelden met een stoma te maken hebben. ‘Je kunt als dokter pas helpen als je er bewust van bent wat er kan spelen als je een stoma hebt gekregen. Ga daarom met de werknemer na of er klachten of belemmeringen zijn door de stoma, en hoe zich die verhouden tot het werk. Pas dan kun je iemand helpen en een oplossing zoeken.’

Niet verplicht te melden

Tot slot: wat vertel je wel en wat vertel je niet? ‘Om te beginnen: je bent niet verplicht om te melden dat je een stoma hebt, ook niet bij een sollicitatie trouwens. De ervaring leert dat collega’s en leidinggevenden veel steun kunnen bieden, maar je neemt met openheid ook een zeker risico. Vooral als je op zoek bent naar een nieuwe baan.

Een werkgever kan besluiten voor iemand anders te kiezen, bijvoorbeeld uit vrees voor regelmatig ziekteverzuim. Anderzijds kun je geen steun ontvangen als de collega’s niet weten wat er speelt. Het is belangrijk je bewust te zijn van de voor- en nadelen en daarna te kiezen, wie wil ik wat vertellen en wanneer?’

Dit artikel is afkomstig uit ons ledenmagazine Vooruitgang. Vind jij het interessant om vaker dit soort interviews en verdiepende artikelen te lezen? Word dan lid van de Stomavereniging en je ontvangt vier keer per jaar dit prachtige en informatieve magazine.

Tags:
  • Deel dit bericht via